Frontpage          Over de Solidariteitsgroep          Contacteer ons          Steun ons     








Nieuwsarchief 2012/13
Nieuwsarchief 2011
Nieuwsarchief 2010
Nieuwsarchief 2009
Nieuwsarchief 2008



De Solidariteitsgroep is lid van Western Sahara Resource Watch


Stop EU visserij in de Westelijke Sahara



Registreer voor onze nieuwsbrief:







"Waarom ik als Marokkaan het Saharawi-volk steun"
nadir_bouhmouch.jpg

Nadir Bouhmouch is een internationaal bekroonde Marokkaanse filmmaker, fotograaf en mensenrechtenactivist. Hij publiceerde een opiniestuk in Pambazuka, om te verduidelijken waarom hij campagne voert tegen zijn vaderland’s illegale en brutale bezetting van de Westelijke Sahara – Afrika’s laatste kolonie.
Printer version    
Origineel gepubliceerd in Pambazuka op 30 januari 2014.
"Why I’m a Moroccan standing with the Sahrawi people"


Mijn eerste ervaring met het Saharawi-Marokkaanse conflict is ook één van mijn vroegste en meest treffende herinneringen. Slechts drie jaar na het staakt-het-vuren, was ik als vier-jarige op vakantie met mijn moeder, grootvader en grootmoeder. Dat was in Merzouga, een klein woestijnstadje in het zuid-oosten van Marokko, op enkele kilometers van de grens met Algerije. Tijdens ons verblijf in Merzouga wou mijn moeder – een avonturierster – de woestijn intrekken.

Het was die dag dat we per ongeluk Algerije binnenreden. Ik herinner me een man op een paard: hij droeg een tulband op zijn hoofd en een geweer over zijn schouder. Volgens mijn moeder vertelde de gids ons dat die man van Polisario was. Naar verluidt ben ik beginnen huilen, en reden we dan maar terug.

Deze herinnering won aan belang naarmate ik ouder werd, omdat het beeld perfect in harmonie was met wat we te zien kregen op de Marokkaanse staatstelevisie, in schoolboeken en met wat de samenleving mij voorhield. De man te paard, met tulband en geweer, werd de belichaming van de vijand van mijn land, en het woord “Polisario” werd een synoniem voor “verrader”, “moordenaar”, “spion” en “terrorist”.

Op televisie was er nooit een debat over de Westelijke Sahara. Het was een feit dat dit gebied van ons was. Er werd over gepraat zoals er gepraat wordt over hoe de aarde rond de zon draait. We werden verteld dat Algerije enkele terroristen probeerde te helpen om ons land binnen te geraken, zodat Algerije toegang zou krijgen tot de Atlantische oceaan doorheen de Westelijke Sahara. De televisie vertelde ons dat het een complot was tegen het Marokkaanse volk. Ik geloofde dat.

“Groene Mars dag” werd mijn favoriete feestdag. Als kind vond ik het een leuke feestdag om twee redenen. Ten eerste was deze nationale feestdag rond dezelfde periode als mijn verjaardag. En ten tweede, omwille van de mooie, vreedzame en vaderlandslievende beelden van de Groene Mars. Die duizenden Marokkanen die vlaggen en foto’s van de koning vasthielden terwijl ze door de woestijn liepen, werd een romantisch beeld voor mij – net als voor veel andere Marokkanen.

Als kind hield ik van landkaarten. Ik wou op een bepaald moment zelfs cartograaf worden, en dus kocht mijn moeder een kaart van Marokko voor me. Het was één van die grote, gedetailleerde wegenkaarten, en ik bestudeerde ze helemaal. Ik werd erg enthousiast als ik één van de vele steden of dorpen terug vond die ik met mijn moeder – de bijna-ontdekkingsreizigster - had bezocht. Ik omcirkelde ze met een pen. De kaart liep helemaal tot Lagouira, en pas toen werd dat éne zinnetje dat we elke avond op de staatstelevisie hoorden me duidelijk: “Van Tanger tot Lagouira”. Met een stem als een klok werden deze woorden elke avond uitgesproken door een vertelstem. Daarna volgde dan een verklaring over hoe de dagelijkse activiteiten van de koning het leven van de Marokkanen “van Tanger tot Lagouira” beter hadden gemaakt.

Ik raakte geobsedeerd door het concept “van Tanger tot Lagouira”. Ik wou mensen vertellen dat ik in elke uithoek van Marokko - “van Tanger tot Lagouira” - was geweest. En dus maakte ik mijn moeder duidelijk dat ik naar Lagouira wou, toen zij mijn zus en mij mee op road trip door de Westelijke Sahara wou nemen. Eens we de grens met Tarfaya waren gepasseerd - waar er normaal een grens zou zijn geweest - lagen de wegen open en wijds voor ons. Geen militaire controles, geen politie, niets. Ik twijfelde er helemaal niet aan dat we door Marokko reden. Naarmate we El Aaiun naderden, begonnen we militaire controleposten en torens te zien. Ik dacht er niet bij na.

In Boujdour zagen we meer militaire gebouwen. Ik kon zelfs een Marokkaanse soldaat overtuigen om me te laten doen of ik met één van de olijfgroene legerjeeps reed. Toen we in Dakhla aankwamen, begon ik witte jeeps te zien met daarop de letters “VN”. Ik begreep het niet echt, maar het leek nog steeds normaal.

Het was pas toen we voorbij Dakhla reden, op weg naar onze laatste halte Lagouira, dat de weg niet meer zo eindeloos leek. Er was een wegblokkade, en de dingen leken niet meer zo zorgeloos. Het Marokkaanse leger hield ons tegen en zei ons dat we moesten terugkeren. Een mijnenveld was alles wat Dakhla van Lagouira scheidde. Ik kon mijn “Tanger tot Lagouira” droom niet waarmaken. Wist ik veel dat deze droom nooit verwezenlijkt zou kunnen worden, en ook niet verwezenlijkt zou mogen worden, omdat ze gebaseerd is op leugens. Het duurde jaren voordat ik me dit realiseerde.

Naarmate ik ouder werd en door veel te lezen de dingen begon te begrijpen, werd ik zeer bezorgd om mensen die het minder goed hadden dan ik. Ik kwam op voor de rechten van de Palestijnen. Later besefte ik dat de meeste Marokkanen ook slachtoffers zijn van een ander type van onderdrukking. Waar het lijden vandaan kwam, was me in het begin niet duidelijk. Al wat ik wist, is dat het toch niet te wijten zou kunnen zijn aan die geweldige koning die ik elke dag op televisie liefdadigheidswerk zag doen.

Toen ik naar Californië reisde om er regie te gaan studeren, vertrok ik met het idee dat ik films wilde maken voor zij nooit gehoord worden. Ik ontdekte echter niet wie de stemlozen beroofde van hun stem, tot mijn eigen stem - mijn camera - werd afgenomen in de luchthaven van Fez tijdens een zomervakantie in Marokko. Ik had op dat moment geen enkele intentie om me te focussen op het regime. Maar toen mijn camera werd geconfisceerd, werd het duidelijk wie hier achter zat. Het was de Makhzen; het Marokkaanse regime. Minder dan een jaar later werd Marokko getroffen door een golf van protesten in wat nu de “Arabische” lente wordt genoemd. Ik raakte betrokken, en vanop de eerste rij zag en hoorde ik over de onderdrukking, de arrestaties en de achterbakse methodes van het paleis, die ik stilaan begon te haten.

Dit leidde tot meer vragen: was alles wat ik geleerd had onjuist? Was mijn kennis van de Marokkaanse geschiedenis eigenlijk wel kennis? Was ik met propaganda gevoed? Toen pas daagde de kwestie van de Westelijke Sahara. Ik begon me erin te verdiepen en leerde langzaamaan dat ik al mijn hele leven fout zat, dat ik aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond. Ik realiseerde me dat de Saharawis een onderdrukt en bezet volk waren, bijna zoals de Palestijnen. Het Marokkaanse leger is de Israëlische legermacht in de Westelijke Sahara, de Groene Mars is de aliyah van Marokkanen in de Westelijke Sahara; in gedachten nam ik de Palestijnse vlag en bedrukte ze met de Saharawi ster en maan. Voor mij werd het een andere vlag van verzet. Saharawis, Tibettanen en Palestijnen werden voor mij gelijkaardige begrippen.

Maar die mening was een gevaarlijke mening in de façade-democratie die Marokko is. Dus bleef ik stil. De gevolgen van je mening uitspreken waren te groot; het is een taboe-thema. Zelfcensuur werd een levenswijze. Elke keer dat er iets over de Westelijke Sahara ter sprake kwam, zweeg ik. Als mensenrechtenactivist werd dat een zwak punt, een tegenstrijdigheid in mijn overtuigingen. Ik werd een hypocriet: ik vroeg Israëlis om op te komen voor Palestijnen terwijl ik zelf niets zei over de Westelijke Sahara. Het jeukte om erover te beginnen praten, maar ik kon mezelf er niet toe brengen om dat ook te doen.

Toen ik werd benaderd door de organisatoren van het FiSahara Film Festival, had ik een kans; een internationale context waarin ik mijn echte mening vrijuit zou kunnen verkondigen.

Ik voelde daarbij een zekere veiligheid want ik zou mijn mening uiten door middel van een festival dat gekend was en gevolgd werd door vele mensen over hele wereld. Zolang als de wereld toekeek terwijl ik mijn opinie uitsprak, zolang ik de nadruk kan leggen op de aansprakelijkheid van het democratische imago van Marokko dat de Makhzen probeert te creëren, ben ik veiliger.

Ik begrijp dat de meeste Marokkanen me zullen uitspuwen voor mijn mening, maar ik geloof dat iemand een eerlijke discussie over dit thema op gang moet brengen in Marokko. Aan de juiste kant van de geschiedenis staan is pijnlijk voor zij die het als eerste doen, maar uiteindelijk verspreiden de ideeën zich, en winnen redelijkheid en empathie terrein. Zij die in de weg staan van rechtvaardigheid zullen meer en meer klinken als fanatici, als dwepers, en uiteindelijk als criminelen.

Ik begin de gevolgen van mijn beslissing al te voelen, terwijl ik aangevallen word omwille van mijn “symathie voor de vijand” en omdat ik “pro-Polisario” zou zijn. Deze ongefundeerde aanvallen zijn afgeleid van het idee dat ik een specifieke militaire en politieke entiteit steun. Maar dat doe ik niet. Mijn aanwezigheid op het festival is een teken van solidariteit met het Saharawi volk, niet met Polisario.

Ik kan nooit akkoord gaan met een entiteit die geweld gebruikt als een middel van verzet. Mijn aanwezigheid op het festival geeft Saharawis een gezicht waardoor ze een connectie kunnen opbouwen met een kant van Marokko die ze nooit zien. Dat kan hen hoop geven, en hen aanmoedigen om hun miraculeuze en bijna verrassende standpunt van geweldloosheid tegen Marokkaanse burgers vol te houden.

Dit alleen al is een uitzondering in de geschiedenis der onderdrukte volkeren. Palestijnen gebruiken terreur, de Ieren gebruikten terreur, de Basken gebruikten terreur – de Saharawis hebben dat nooit gedaan, en Marokkanen moeten zich realiseren hoeveel geluk we hebben dat we niet het slachtoffer zijn geworden van deze gruwelijke vorm van verzet.

Mijn aanwezigheid op het festival maakt ons, Marokkanen, wat menselijker voor de Saharawis, waardoor het moeilijker wordt om gewelddadig verzet te rechtvaardigen. Het vertelt de Saharawis dat er Marokkanen zijn zoals ik, die hun stem niet kunnen verheffen.

Laat ons, als Marokkanen, ook niet vergeten waarom we in de eerste plaats aanwezig zijn in de Westelijke Sahara: omdat koning Hassan II zo’n enorme politieke tegenstand van links kreeg, en zijn populariteit en steun bij de Marokkaanse bevolking moest aansterken. Laat ons niet vergeten dat bepaalde economische problemen veroorzaakt zijn door de oorlog met Polisario en door de militaire uitgaven om de illegale bezetting vol te houden. Marokkanen hebben meer geleden onder deze bezetting dan dat ze erbij gewonnen hebben.

Om af te ronden; ik heb altijd van mijn land gehouden. Als je liefde zou kunnen kwantificeren, dan kan ik met zekerheid zeggen dat ik vandaag nog evenveel van Marokko hou als vroeger. Het enige wat veranderd is, is de kwaliteit of de aard van mijn liefde. Die is veranderd. Ik houd niet meer van het idee van Marokko dat de staat me gegeven heeft. Dat idee, gecreëerd door de Makhzen om een post-koloniale en moderne natiestaat te behouden, bestaat uit een vooraf gecreëerd “pakketje Marokkaansheid”. Als je één ding uit dat pakketje verwerpt, word je onmiddellijk uitgesloten, onmiddellijk een “verrader” genoemd en anti-Marokkaans. De basis componenten van dat pakketje zijn het geloof in de monarchie, het geloof in God, het geloof in de Arabische erfenis als de meest dominante en superieure erfenis, en tenslotte het geloof in de Marokkaanse Sahara. Ik verwerp al deze componenten. Ik kan Marokkaan zijn en terwijl de monarchie verwerpen, ik kan Marokkaan zijn en de Arabische nalatenis verwerpen om vervolgens mijn Amazigh erfenis te omarmen, en ik kan Marokkaan zijn en het idee verwerpen dat de Westelijke Sahara van Marokko is. Door al deze dingen te verwerpen, zeg ik dat ik niet houd van het Makhzen “pakketje”, maar houd van de volkeren, de streken, en de vele culturen waaruit mijn land bestaat.



    

Top
News:

18.01 - 2016 / 18.01 - 2016Nederlandse studente uit Westelijke Sahara gedeporteerd
16.12 - 2015 / 16.12 - 2015Nederland verwerpt akkoord met Marokko door Westelijke Sahara
10.12 - 2015 / 10.12 - 2015Europees Hof verwerpt Handelsakkoord met Marokko
20.10 - 2015 / 20.10 - 2015Aanhoudende storm zaait vernieling in Saharawi vluchtelingenkampen
15.10 - 2015 / 15.10 - 2015Grootschalig Saharawi protest tegen oliebedrijf
24.08 - 2015 / 24.08 - 2015Mariem Hassan, stem van de Sahara, overleden
02.06 - 2015 / 02.06 - 2015Hongerstaking voor autopsie op vermoorde zoon
04.05 - 2015 / 04.05 - 2015Aziza Brahim op 28 juni op Festival Mundial in Tilburg
23.04 - 2015 / 23.04 - 2015"Resistance". Korte docu over leven in West-Sahara
23.04 - 2015 / 23.04 - 2015Info-avond over West-Sahara, 12 mei, Den Haag
23.04 - 2015 / 23.04 - 2015Marokkaanse politie slaat Saharawi mensenrechtenactivist
10.04 - 2015 / 10.04 - 2015Spaanse rechter klaagt 11 Marokkaanse legerleiders aan voor genocide
08.04 - 2015 / 08.04 - 2015VN agentschappen vragen voedselhulp voor Saharawi vluchtelingenkampen
08.04 - 2015 / 08.04 - 2015Afrikaanse Unie eist VN toezicht op mensenrechten in West-Sahara
08.04 - 2015 / 08.04 - 2015Viggo Mortensen en Oona Chaplin bezoeken vluchtelingenkampen
02.03 - 2015 / 02.03 - 2015Mogherini erkent Saharaans recht op zelfbeschikking
05.02 - 2015 / 05.02 - 2015Western Sahara Resource Watch bestaat vandaag precies 10 jaar
05.02 - 2015 / 05.02 - 2015Boycot het Crans Montana Forum
13.01 - 2015 / 13.01 - 2015Dit schreef Charlie Hebdo over de Westelijke Sahara
24.11 - 2014 / 24.11 - 2014VN studie stelt ondervoeding vast bij Saharawi kinderen






NL  NL EN FR
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
BOEK: International Law and the Question of Western Sahara

tn_pedro_book_510.jpg

Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.